vrijdag 11 juni 2010


Het Bl!ndman-saxofoonkwartet bracht hem vanuit Brussel naar Amsterdam, Rotterdam, Madrid, Wenen, Frankfurt, Tokyo en Australië. (http://www.youtube.com/watch?v=7FH_4Y0KYC4)
Met de Koninklijke Fanfare Kempenbloei voegde hij vanuit Achel aan zijn staat van dienst een wereldkampioenschap toe. (http://www.youtube.com/watch?v=KuK-vKqAR2c&feature=related)
En het komende najaar is hij een van de juryleden die mede bepaalt wie in 2011 wereldwijd als de meest veelbelovende jonge saxofonist door het leven mag gaan.
- 
In deze 2de editie van Bestoefingen: Wat beweegt Koen Maas?
-
-
"IK HEB WEL IETS MET DIE SAX VAN MIJ".
--
-
“Als 9-jarig jochie ging ik met mijn moeder en mijn 11 maanden oudere zus in 1979 op notenleer. Moesten ze me iedere week voor uit het veld halen. Zocht liever fossielen langs het spoor. Of zat in hutten. Had ik aangelegd onder de grond. Achel was in die tijd nog een dorp. Zat nog niet aan Hamont vast”.
-
“Voor notenleer stond 5 jaar. Was toen nog streng en gortdroog. Veel theorie. Werd gegeven door Luc Beckers. Hij dirigeerde hier ook fanfare Kempenbloei. Deed dat 15 jaar. Heeft veel voor de vereniging betekend. Dreef de kwaliteit op. In de tijd dat ik erbij kwam zaten we in de klasse uitmuntend. Toen Luc wegging speelden we in de afdeling superieur. En nu staan we met Ivan aan de top van de concertafdeling. Ivan motiveert ontspannen, zonder stress”.
-
“Mijn moeder en mijn zus kozen voor orgel. Voor mij werd het saxofoon. Er was plaats voor 2 altsaxen en 1 sopraansax. Kreeg ik een van die alten. Geef die sopraan maar aan die kleine, zeiden ze. Die ging op dat moment dus nog mijn neus voorbij. Omdat ik daarvoor te groot werd bevonden. Herinner me nog goed: was mijn moeder heel blij om”.
-
“Ook bij ons over de vloer kwam er een orgel. In die tijd maakten we thuis veel muziek. Alleen mijn vader had daar weinig mee. Die zat dan gewoon voor de tv. Maar volgens mij luisterde hij stiekem mee".
-
“Mijn vader was arbeider, een harde werker en door en door vakbondsman. Hem heb ik nooit een noot horen zingen. Grommen, dat wel. Boos over al het onrecht in de wereld. Vond ik vroeger wel eens lastig”.
-
“Hij is nu 71. Zie hem nu vooral als een man met karakter. Blijft consequent zichzelf. Bracht mij bij: als je iets wil bereiken moet je er helemaal voor gaan, karakter tonen en met 2 benen op de grond blijven staan".-

“Mijn moeder hield het op de muziekschool vol tot het 7de jaar. In die tijd was er nog geen aparte afdeling voor volwassenen. Ze moest dus in hetzelfde tempo leren als de kleintjes. Wat mijn zus in 15 minuten onder de knie kreeg, kostte haar 2 uur. Zij zijn toen tegelijk gestopt. Hebben allebei dat orgel niet meer aangeraakt. Mijn moeder wil er nog wel eens op tokkelen als de kleinkinderen er zijn. Om ze liefde voor de muziek bij te brengen”.
-
“Kwam er in mijn 1ste jaar op de muziekschool iemand tijdens een les notenleer langs. Dat bleek Remy van Meensel te zijn. Hij speelde sax. Toen ik hem voor het eerst hoorde blazen, wist ik: dit wil ik ook. Ik was toen 9”.
-
“Remy had een broer. Dat was Marc. Van hem heb ik 3 jaar les gehad. Hij groeide uit tot mijn muzikale vader. Als vrijgezel leefde hij helemaal voor de muziek. Was een ongelooflijk goeie en bevlogen muzikant. Een fantastische sopraansaxofonist. Produceerde een geluid zoals je maar zelden hoort. Die klanken zitten nog steeds een beetje in mijn hoofd. Zoek ik, als ik speel, ergens nog altijd naar".
-
DE AVOND ERVOOR WAS HIJ NOG GOED GELUIMD
-
“Marc viel tijdens vakanties gewoon bij ons binnen met een muziekboek. Zei dan: zullen we dit nu samen eens gaan spelen?”
-
“Hij trok muzikanten aan van buitenaf. Zei na een concert van een ander gezelschap: die tweede trompettist zouden we eens kunnen vragen voor Achel. Bouwde Kempenbloei samen met Luc uit tot een regionaal orkest”.
--

“Dankzij Marc konden Harry Ieven op tuba, Stefan Simons op kornet en ik uitgroeien tot de muzikale aandrijfkrachten van Kempenbloei. Samen met mij formeerde Marc uit de vereniging ook nog een saxofoonkwartet”.
-
“Marc was voor mij gewoon de fanfare. Organiseerde als secretaris van alles erop en eraan. Kwam na concerten met grote plateau’s binnen vol friet, kroketten en frikadellen. Marc had een verzekeringskantoor. Hebben ze hem afgepakt. Hij wilde te goed zijn voor de mensen”.
-
“Privé ging het hem niet voor de wind. Eerst overleed zijn vader, daarna zijn moeder en vervolgens stierf Remy. Op zijn 38ste hield Marc het voor gezien. Reed ie zichzelf doelbewust te pletter tegen een brug”.

- 
“Heb ik helemaal niet zien aankomen. De avond ervoor was hij nog goedgeluimd komen kijken hoe ik les gaf”.

-
“Bij zijn saxofoon vonden ze een briefje. Dat hij die aan mij naliet”.
-
“Vervolgens dronk een andere broer van Marc zich dood. Was dat hele gezin binnen 5 jaar weg”.
-
“De dag na het overlijden van Marc leverde de post bij mij en de twee andere leden van ons kwartet een envelop. Afkomstig van hem. Met ‘persoonlijk’ erop. Had hij dus zo gepland. Hebben we elkaar gebeld. Wisten alle 3 niet zo goed hoe we hier nu het best mee om konden gaan. Besloten we om niet elk voor zich onze eigen envelop te openen, maar om dat samen te doen. Spraken bovendien met elkaar af: de inhoud van die brief gaat verder geen mens wat aan”.
-
“Ik heb dus wel iets met die sax van mij. En België heeft dat al met de saxofoon in het algemeen. Het was de Belg Adolphe Sax die in 1841 het publiek in Brussel voor het eerst het saxofoongeluid liet horen. Kreeg er niet de erkenning voor die hij verwachtte. Gaf een jaar later dus maar al te graag gehoor aan de uitnodiging van graaf de Rumigny. Die was luitenant-generaal in het Franse leger. Hij zag in de sax een kans om er de militaire muziekkapellen in Frankijk een eigen, herkenbaar geluid mee te geven”.
-
“Misschien juist daardoor hing de saxofoon er in de wereld van de Franse symfonische muziek er nog lang als een stiefkindje bij. Dat veranderde pas toen Ravel en Berlioz het instrument in hun composities begonnen op te nemen. Dat was het begin van de klassieke Franse saxofoonschool. Daarin klinkt de sax klarinet-achtig. Zit ie met zijn klank tussen de dwarsfluit en de klarinet in”.
-
“In de 1ste helft van de 20ste eeuw begon de saxofoon in Amerika de klarinet naar de kroon te steken. Eerst in de Dixieland-muziek, daarna in de big bands. Het geluid van een sax staat niet bij voorbaat vast, is veelzijdig: je kan ermee scheuren, lachen, huilen, maar je kan het ook heel weemoedig laten klinken. Vanuit dat brede spectrum ontstond de klassieke Amerikaanse saxofoonschool. Heeft Gershwin veel voor betekend”.
--\
“In eigen land kreeg Adolphe Sax postuum toch nog volop erkenning. Francois Daneels werd de eerste Belgische sax-hoogleraar. Op het conservatorium in Brussel. Ging ook even in Amerika. Veel Belgische saxofonisten zijn hem die kant op gevolgd”.
-
“Na de muziekschool koos ik voor het conservatorium. Tegen het advies van een van mijn docenten in. Die zei: daar zit geen toekomst in. Achteraf denk ik wel eens: misschien wilde hij me liever niet kwijt”.
-
“Slaagde voor het ingangsexamen van het conservatorium in Antwerpen. Kreeg daar te horen: voor saxofoons is Gent beter. Schreef me daar dus ook voor de toelating in. Gent beviel me ook als stad meteen beter”.
-
Wilde in mijn tweede jaar aan het conservatorium in Gent naast het klassieke repertoire ook in de leer bij Frank Vaganée. Hij was de sax-topper van de Belgische jazz. Wilde tijd voor me vrijmaken. Daar sprak de directeur van het conservatorium zijn veto echter over uit. Vermaande me dat ik daarmee mijn eigen richting verloochende. Kan ik nu wel om lachen. Toen wat minder”.
-
“In het begin veel last gehad van mijn mond. Kwam door de stand en de scherpte van mijn ondertanden. Veel kwetsuren in mijn onderlip gehad. Hield het aanvankelijk alleen maar vol als ik mijn mond spaarde. Oefende ik ‘s morgens vroeg 1 uur, liet dan vervolgens mijn mond weer tot rust komen en ging er dan pas later op de middag nog 1 uur tegenaan”.
-
“Hoorde dat Walter Boeykens ooit last van hetzelfde euvel had gehad. Toch had hij het geschopt tot klarinettist van wereldformaat. Was hem gelukt door tijdens het spelen een kapje over zijn tanden te doen. Heb ik me ook meteen door een orthodontist laten aanmeten”.
-
“Als ik voor publiek optreed wil ik het uiterste eruit halen, wil ik dat het zo perfect mogelijk klinkt. Ik studeer nog steeds 2 uur per dag. Tenminste: ik vind dat ik dat eigenlijk hoor te doen”.
-
“Als muzikant richt je je aanvankelijk vooral op virtuositeit. Dan kom je erachter: het meest virtuoze is nog niet hetzelfde als het mooiste. Zo leer je geleidelijk aan om met verschillende soorten mondstukken je persoonlijke klank te ontwikkelen. Inmiddels werk ik met mondstukken waarmee ik een breed spectrum bestrijk”.
-
"Heb in Gent 6 jaar lang gestudeerd. Heb daarna nog 3 jaar in Maastricht het vak uitvoerend musicus afgerond. Beschikte de laatste 2 jaar in Gent over het diploma om les te mogen geven. Ben toen al fulltime saxofoonles gaan geven in de muziekscholen van Neerpelt en Gent”.
-
“Geef sinds 1993 les. Denk dat ik geen slechte leraar ben. Weinig afvallers, weinig conflicten en bereik een goed niveau. Leerlingen die professioneel zijn geworden en wedstrijden hebben gewonnen”.
-
"Constateerde als docent aan de muziekschool: de stap van daar naar de fanfare werd te groot. Heb daarom op mijn 24ste de jeugdfanfare Kempenbloei opgericht. Was in begin niet veel meer dan een kleine samenspelgroep. Hield het bestuur zich aanvankelijk nog niet zo mee bezig. De organisatie was een zaak van mij als dirigent, samen met een paar oudere fanfareleden. Is intussen uitgegroeid tot een volwaardige jeugdfanfare met een volwaardig bestuur. Telt nu zo’n 40 leden. Hebben 2 keer een festival summa cum laude gewonnen. Zijn naar een festival in Hongarije gereisd".

"Heb de jeugdfanfare in 2009 na 15 jaar achter me gelaten. Werd te moeilijk om te combineren met de concerten die ik speel. Kostte heel veel energie om steeds weer met een nieuwe lichting te beginnen. Kinderen hebbn tegenwoordig zoveel hobby's dat het lastig is om ze voor muziek te motiveren. En het werd ook tijd voor een frisse wind. Een voetbalploeg op topniveau wordt ook niet 15 jaar door dezelfde trainer geleid. Christine Schuurmans heeft het stokje van mij overgenomen en is er gelukkig fris tegenaan kunnen gaan”.
-
NIKS VOOR MIJ
-;
“Tijdens mijn eerste jaar in Gent trad ik al veel op met een kwartet. Speelden we kamermuziek. Vroeg Raf Minten me of ik er misschien wat voor voelde om aan het Bachprogramma van saxofoonkwartet Bl!ndman mee te werken. Daar speelde al iemand de sopraansax, maar dat was wat tegengevallen”.
-
"Bl!ndman is vernoemd naar een magazine van de surrealistische kunstenaar Marchel Duchamps. Dat ging over een blinde die anderen rondleidt op een tentoonstelling en uitlegt wat er valt te zien. Zo kijken we binnen Bl!ndman ook ongeveer naar onszelf, maar dan in de wereld van de muziek. Zijn altijd op zoek naar dingen die we zelf niet kennen. Pakt altijd weer verrassend uit”.
-
“Ik zit nu 10 jaar bij Bl!ndman. Artistiek gezien is dat het belangrijkste in mijn leven. Overschrijden we voortdurend grenzen. Bewandelen geen commerciële paden. Houden onszelf - maar vooral ook het publiek - nieuwsgierig naar wat er nu weer gaat komen. Brengen altijd iets anders dan wordt verwacht. Zaaien verwarring. Heeft ons in Amsterdam, Rotterdam, Madrid, Wenen, Frankfurt, Tokyo en Sydney gebracht”.
-
“Mijn moeder is nu 66. Ze is zeer trots op mij en een grote fan. Ze komt altijd kijken als ik met Bl!ndman optreedt in de buurt. Heeft mijn vader maar 1 keer gedaan. Niks voor mij, bromde hij daarna”.


© vofpzb overpelt 21.6.2010
-
-
Bestoefingen
-
-
zie: http://bestoefingeninhoud.blogspot.com/



-

Geen opmerkingen:

Een reactie posten